Plaatsbepaling
De Vereniging van de H. Vincentius a Paulo, zoals de naam oorspronkelijk was, is in 1833 in Parijs opgericht door Frederik Ozanam (1813-1853). Met een aantal studiegenoten richt hij de eerste ‘conferentie’, een plaatselijke afdeling van de vereniging, op met als doel: zelfheiliging door het beoefenen van christelijke naastenliefde. De conferentie staat onder bescherming van de H. Vincentius a Paulo (1581-1660), de patroon van alle liefdewerken. Frederik Ozanam probeert de tegenstelling tussen rijk en arm te verminderen door hulpverlening aan de armen.
In 1846 wordt de eerste conferentie van de Vincentius Vereniging Nederland (VVN) opgericht in Den Haag. Alleen katholieke mannen van onbesproken gedrag kunnen lid worden. De Vincentius Vereniging kent werkende en bijdragende leden. Van de werkende leden wordt, behalve een geldelijke bijdrage, verwacht dat zij zich persoonlijk inzetten voor de arme medemens.
Door regelmatig op huisbezoek te gaan proberen de werkende leden een vertrouwensrelatie op te bouwen met de hulpbehoevende arme. Tijdens het huisbezoek, dat gedurende de winter in principe iedere week plaatsvindt, wordt er materiële hulp verleend in de vorm van te goed bonnen voor brood of steenkolen. Indien nodig wordt er ook gezorgd voor kleding en beddengoed. Niet alleen door bezoek aan huis probeert de Vincentius Vereniging de levensomstandigheden van de armen te verbeteren. Ook door ‘liefdewerken’ als spijskokerij, bibliotheek, gezinszorg en werkverschaffing wordt geprobeerd de maatschappelijke vooruitgang van de laagste sociale klassen te bevorderen. Het uiteindelijke doel van de hulpverlening is, dat de armen beter in staat zouden zijn te leven volgens de richtlijnen van het katholieke geloof.
Vincentius in Roermond
In Roermond zijn, voordat er in 1859 een conferentie van de Vincentius Vereniging wordt opgericht, al enkele organisaties op dit gebied actief: twee kerkelijke (de St. Elisabeth Vereniging sinds 1852 en de Armenzorg van de Nederlandse Hervormde Gemeente sinds 1855), een particuliere (het Roermonds Genootschap tot leniging van Armoede van 1853-1857) en een algemene charitatieve organisatie (het Bureau van Weldadigheid, van 1824-1854. Het merendeel van de armen in Roermond krijgt hulp van de algemene Armeninstelling, die door de gemeente wordt bestuurd en gesubsidieerd met een bedrag van gemiddeld ƒ 1.200,- per jaar.
De St. Christoffel Conferentie (1859-1924)
Op 14 februari 1859 vindt ten huize van de deken de oprichtingsvergadering plaats van een conferentie van de Vincentius Vereniging in Roermond.
De conferentie gaat voortvarend van start met de individuele hulpverlening.
De hulp wordt aangepast aan de persoonlijke omstandigheden.
Onderwijs
In 1899 besluit de St. Christoffel Conferentie om in de winter gratis onderwijs te geven in het Vincentiusgebouw in de Kruisherenstraat aan de jongens van bedeelden, die geen of onvoldoende lageronderwijs hebben gehad.
In oktober 1904 gaat de conferentie ook onderwijs geven aan jongeren vanaf 17 jaar. In september 1906 wordt de avondschool samengevoegd met die van het Klein College, omdat er onvoldoende resultaat is: ‘Alleen die jongens, waarvan men enige zekerheid heeft, dat zij het onderwijs zullen kunnen volgen, worden nog toegelaten!’
Vanaf 1919 stelt er de overheid studiebeurzen ter beschikking voor de kinderen uit arme gezinnen. Elk kind, dat de ambachtsschool bezoekt, krijgt een bijdrage van ƒ 50,-.
Bij het invoeren van de Algemene Bijstandswet in 1965 wordt de ‘ambachtsschooltoelage’ vervangen door een toelage voor studerende kinderen. Dan besluit de Bijzondere Raad, het overkoepelende orgaan van de Vincentius Vereniging Roermond, te stoppen met het liefdewerk ‘ambachtsonderwijs’.
Twee nieuwe conferenties
Als de St. Christoffel conferentie in 1859 wordt opgericht, heeft Roermond 8384 inwoners, in 1920 is dat aantal bijna verdubbeld tot 16.200. In 1914 is een begin gemaakt met de bouw van de nieuwe wijk ’t Veld, ten oosten van het spoorwegemplacement. In 1924 wordt hier de tweede parochie van Roermond opgericht, de H. Hart Parochie.
In 1924 worden twee nieuwe conferenties opgericht in Roermond, één aan de Kapel in ’t Zand en één in de H. Hart Parochie. Het rectoraat van de Kapel in ’t Zand en het Gebroek heeft een te groot werkterrein om nog vanuit te stad te kunnen bezoeken. In de H. Hart Parochie wordt een groot gedeelte van de arme gezinnen uit de binnenstad gehuisvest. Iedere conferentie krijgt een eigen bestuur, maar de financiën worden beheerd door de Bijzondere raad, die boven de drie conferenties staat en daarnaast onder andere tot taak heeft het aannemen van nieuwe leden en het toezicht houden op de verschillende liefdewerken.
Op 30 januari 1925 worden de twee nieuwe conferenties officieel opgericht in een gecombineerde vergadering. Een groot gedeelte van de werkende leden van de St. Christoffel Conferentie wordt lid van een van de nieuwe conferenties.
Het liefdewerk schoolvoeding
Al in haar eerste winterseizoen is de Conferentie O.L. Vrouw in ’t Zand begonnen met het uitdelen van extra voeding aan schoolgaande kinderen. Op dinsdag, donderdag en zaterdag worden er bij de Roermondse Spijskokerij ongeveer 100 porties soep ingekocht à 5 cent. De conferentie zorgt voor het geld, de paters Redemptoristen stellen een lokaal ter beschikking en twee dames van de St. Elisabeth Vereniging zijn behulpzaam bij het uitdelen van de soep aan de kinderen.
Ongeveer 130 kinderen, ook uit gezinnen, die niet door de Vincentius Vereniging worden gesteund, maken er gebruik van. In de winter van 1928-1929 worden er ruim 9000 porties erwtensoep uitgedeeld aan schoolgaande kinderen. Volgens de schoolarts is het een weldaad voor de kinderen.
Het liefdewerk werkverschaffing
Na een periode van relatieve welvaart gedurende de tweede helft van de jaren twintig, waarin ook de levensomstandigheden van de lagere sociale klassen verbeteren, treedt er eind jaren twintig een kentering op als gevolg van de economische crisis. Om te helpen het toenemend aantal werkelozen het hoofd te bieden, wordt in 1927 het liefdewerk werkverschaffing opgericht door de Vincentius Vereniging Roermond.
Ten gevolge van de economische crisis kwamen de kleine zelfstandigen, die vroeger zelden een beroep op de Vincentius Vereniging deden en nu niet in aanmerking komen voor de steunmaatregelen van de overheid, in de financiële problemen. Om ook hen te kunnen helpen is al in 1929 het liefdewerk ‘Stille Armen’ opgericht.
Tot 2003 is er binnen de Vincentius Vereniging Roermond een aparte werkgroep Stille Armen actief, die geldleningen verstrekt en losse bijdragen aan het levensonderhoud doet.
De periode 1946-1971
Gedurende de jaren 1948-1963 is er nauwelijks sprake van werkloosheid en neemt de welvaart, met name na 1952, toe. Zo zijn er in 1949 in Nederland 100.000 auto’s en in 1964 1.000.000. In 1963 volgt 30% van de jeugd tussen 12 en 18 jaar algemeen vormend onderwijs, in 1930 is dit maar 10,7%. Door de economische groei kan het stelsel van sociale zekerheid verder worden uitgebouwd.
Al in 1946 bestaat er met name in de St. Christoffel Conferentie ontevredenheid over het traditionele huisbezoek. Er zijn te weinig gezinnen, die nog bezocht moeten worden. Twee jaar later wordt het bonnensysteem ter discussie gesteld, omdat het de armen te veel zou vernederen. Vlak daarna besluit de conferentie om de bonnen, waarmee in diverse winkels levensmiddelen kunnen worden gekocht, te vervangen door contant geld. Het huisbezoek wordt wel voortgezet: ‘met takt, zodat de mensen niet onnodig worden gekwetst.’
In 1883 is het liefdewerk ‘bibliotheek’ opgericht met als doel de armen met goede en stichtende lectuur in contact te brengen. Er wordt begonnen met 600 boeken. De bibliotheek is van oktober tot april op zondagmiddag geopend. In 1925 wordt er een tweede Vincentius bibliotheek opgericht in de Heilig Hart parochie. Aan de Kapel in ’t Zand is al een bibliotheek. In de jaren dertig is het gemiddeld aantal lezers per jaar 125. Tijdens de oorlogsjaren 1942 en 1943 neemt het aantal lezers toe tot 323 en 457.
In 1966 besluit de Bijzondere Raad om alle boeken van de Vincentius Vereniging Roermond over te dragen aan de wijkhuizen. Het gaat hierbij om 4000 boeken. Aan de R.K. Openbare Leeszaal wordt gevraagd om de leden van de Vincentius bibliotheek voor een bepaalde tijd gratis toe te laten.
Bijna dertig jaar later, in 1995, organiseert de Vincentius Vereniging Roermond de eerste boekenbeurs in het kader van het 150-jarig bestaan van de Vincentius Vereniging Nederland. Tegen een gering bedrag kunnen mensen gebruikte boeken kopen. Het was een groot succes met een opbrengst van ƒ 10.000,-. In de loop der jaren blijft de opbrengst onverminderd goed. Kinderen van de scouting helpen met sjouwen van de boeken.
De opbrengst van de beurs komt hen ten goede en aan arme kinderen, dichtbij en veraf.
De periode 1972-2008
Begin jaren zeventig wordt de financieel-economische situatie in Nederland minder stabiel. De ruimte om de individuele welvaart en de collectieve voorzieningen te verhogen neemt af. Na 1971 begint de werkloosheid toe te nemen, nog versterkt door de oliecrisis in het najaar van 1973.
In 1972 is het sterke r.-k.-element uit de doelstelling verdwenen. De Vincentius Vereniging stelt zich ten doel: ‘het opsporen en lenigen van de geestelijke en maatschappelijke noden van individuen en groepen van personen teneinde daardoor in solidariteit mede te werken aan de bevordering van het algemeen maatschappelijk welzijn.
De encycliek ‘Populorum Progressio’ uit 1967, waarin Paus Paulus VI uitdrukkelijk de aandacht vraagt van de rooms-katholieken voor de christenen in nood en voor de armoede van de christenen in de ontwikkelingslanden, brengt de Vincentius Vereniging een heel nieuw werkgebied.
In 1973 adopteert de Vincentius Vereniging Roermond drie conferenties in Paurapukur gelegen nabij Calcutta in West-Bengalen.
De winkel
Al sinds de eerste jaren van haar bestaan heeft St. Christoffel Conferentie (en later de conferenties ieder apart) een eigen magazijn met spullen, voornamelijk kleding en beddengoed, voor de bedeelden. Er wordt geregeld kleding ingezameld en er worden voordelig spullen ingekocht en verkocht. In de jaren tachtig van de 20e eeuw komt er een centraal magazijn, dat mede dankzij de toen verslechterde economische situatie, een nieuwe impuls geeft aan de hulpverlening van de Vincentius Vereniging Roermond. De Vincentiuswinkel wordt zo bekend dat zij gezichtsbepalend wordt voor het werk van de vereniging in Roermond.
In 1997 moet de Vincentius Vereniging Roermond op zoek naar een andere locatie, nu vanwege de revitaliseringplannen voor het Roermondse Veld. Het pand aan de Hendriklaan wordt verkocht en de Vincentius Vereniging verhuist tijdelijk naar de Philipshal aan de dr. Philipslaan, totdat de nieuwe multifunctionele ruimte op de hoek Prins Bernhardstraat-Burgemeester Brouwersstraat klaar is. In de nieuwbouw komt een aparte sorteerruimte met een brede toegangsdeur, een kelder, een koffiecorner, een douchegelegenheid voor daklozen en voldoende parkeerplaatsen. In mei 2000 vindt de feestelijke opening plaats. Het beeld van de Heilige Vincentius wordt ook hier weer ingemetseld.
Voor de jaarlijkse verdeling van het resultaat van de Vincentiuswinkel over de diverse goede doelen was in 2000 een verdeelsleutel vastgesteld. Na aftrek van de onkosten van het gebouw en voor de vrijwilligers wordt 30% besteed aan projecten in de derde wereld en Oost-Europa, 30% aan projecten in Roermond en 40% aan individuele hulpverlening, passend binnen de doelstellingen van de Vincentius Vereniging. In 2002 wordt er twee keer per week een spreekuur gehouden in het Vincentiusgebouw voor de mensen, die een beroep willen doen op de individuele hulpverlening.
Een van de projecten, die dankzij de opbrengst van het magazijn kunnen worden gefinancierd, is het caravanproject, dat in 1992 van start gaat. Het caravanproject was een initiatief van de Vincentius Vereniging Nederland, die ook bemiddelt bij plaatsing en reservering.
De Vincentius vereniging Roermond koopt een caravan, die wordt geplaatst bij het Elfenmeer in Herkenbosch. De caravan wordt tijdens de zomer voor ƒ 150,- per week verhuurd aan mensen, die anders niet op vakantie kunnen gaan. Een commissie van de Vincentius Vereniging Roermond begeleidt de mensen indien nodig tijdens hun verblijf en zorgt voor de schoonmaak na afloop en het onderhoud van de inventaris.
Onderwijs
Na het opheffen van het liefdewerk ‘ambachtsonderwijs’ in 1964 is de Vincentius Vereniging Roermond incidenteel jongeren bij hun ontwikkeling blijven ondersteunen. In juli 1998 werd naar Tilburgs voorbeeld de werkgroep Leergeld opgericht. Het doel van deze werkgroep is de ouders van kinderen, die langdurig van een minimuminkomen moeten leven, te ondersteunen, zodat de kinderen niet om financiële redenen worden buitengesloten van deelname aan onderwijs of buitenschoolse activiteiten.
De werkgroep Leergeld betaalt de ouderbijdragen, schoolmaterialen, reiskosten, boekenfonds, lidmaatschap van jeugdclubs, sport- en muziekverenigingen. In 2003 wordt de naam van de werkgroep gewijzigd in Leerhulp Roermond. In 2005 wordt de minimumleeftijd voor de kinderen, die in aanmerking kunnen komen, verlaagd tot de basisschoolleeftijd, van 12 naar 4 jaar. Er wordt van de ouders verwacht, dat zij zelf ook een gedeelte van de kosten betalen.
Vincentius vereniging
In augustus 1997 wordt Frederik Ozanam, de oprichter van de Vincentius vereniging, in Parijs door paus Johannes Paulus II zalig verklaard. De betekenis van zijn gedachtegoed voor deze tijd werd door de paus opnieuw bevestigd. Toch bleef de Vincentius Vereniging worstelen met haar identiteit. Het begin van het nieuwe millennium werd aangegrepen voor bezinning.
In 1981 telden de Limburgse Vincentius Verenigingen 282 leden, in 2000 was dit aantal met 100 afgenomen tot 182. Met ongeveer 50 vrijwilligers behoort de Vincentius Vereniging Roermond tot de tien actiefste verenigingen van Nederland.
Slot
Gedurende de eerste decennia van haar bestaan heeft de Vincentius Vereniging in Roermond voor een aantal armen de ergste nood kunnen lenigen. Naarmate de jaren verstrijken past de vereniging geregeld haar activiteiten aan, aan de veranderende maatschappelijke omstandigheden. Het feit dat er voor het verstrekken van de hulp voorwaarden worden gesteld in termen van het katholieke geloof is gezien in het licht van die tijd gebruikelijk. Tot aan de Tweede Wereldoorlog groeit het aantal bedeelden en het aantal liefdewerken.
In de jaren na 1945 treedt er geleidelijk aan een kentering op onder invloed van de gunstige economische ontwikkeling en de uitbreiding van de sociale wetgeving. Daarnaast wordt het voortbestaan van de vereniging bedreigd door de toenemende ontkerkelijking vanaf de jaren zeventig.
De komst van het centraal magazijn in de jaren tachtig brengt mede door de verslechterde sociaal-economische omstandigheden een nieuwe blijvende kernactiviteit voor de Vincentius Vereniging Roermond. Het magazijn werkt naar twee kanten: mensen in slechte financiële omstandigheden kunnen er goedkoop tweedehands spullen kopen en van de opbrengst kunnen weer anderen in nood worden geholpen.
Auteur: Drs. San van Esser
Het historische gedeelte is gebaseerd op twee onderstaande artikelen:
drs. San van Esser, De Vincentius Vereniging in Roermond, 1859-2000. Deel I, de St. Christoffel Conferentie, 1859-1924. In: de Spiegel van Roermond, 2004, pag. 149-169.
drs. San van Esser, De Vincentius Vereniging in Roermond, 1859-2000. Deel II, de Bijzondere Raad en de diverse conferenties, 1925-2000. In: de Spiegel van Roermond, 2005, Pag. 52-71.